Labskovs

3.72 van 14 stemmen

3 10

4 Personen

Labskovs is wat je noemt Klassiek Scandinavisch comfort food. Dit eenpansgerecht, gemaakt van aardappelpuree, stoofvlees en groenten geserveerd met bieslook en ingelegde biet, is wellicht het beste te omschrijven als een kruising tussen een stamppot en een stoofschotel. Vet lekker dus. Lees je mee hoe ik mijn eigen versie maakte van deze Deense klassieker.

Direct naar het recept

Labskovs

Het klinkt als een stuk meubilair dat ze verkopen bij de Ikea, maar niets is minder waar. “Labskovs” is een oud woord voor stoofpot en beschrijft de aard van het gerecht. Dus nee, het gerecht is niet vernoemd naar een schipper genaamd Labskovs, maar het gerecht was praktisch op zee, omdat het gepekelde vlees lang houdbaar was.

Het originele recept is al zeker 100 jaar oud en oorspronkelijk werd het gerecht gemaakt met restjes – want eenmaal op zee viel er uiteraard niet veel te kiezen. Later, na de Tweede Wereldoorlog, werd het gerecht ook populair in restaurants in Kopenhagen.

Stamppot uit het Noorden

En niet alleen in Denemarken waren ze fan van labskovs, dit populaire recept verspreidde zich naar alle Scandinavische en Noord-Europese havensteden en elk land drukte er zo zijn eigen stempel op.

Lapskaus (Noorwegen)
Noren gebruiken overgebleven lams-, varkens- of rundvlees en wortelgroenten zoals wortelen, uien, prei, knolselderij en koolraap.

Labskojs (Zweden)
In Zweden maken ze dit gerecht met rundvlees en aardappelpuree.

Labskaus (Hamburg, Duitsland)
De Duitse versie is mogelijk de meest chique en absoluut de slimste. Het vlees en de aardappelen worden gekookt met rode biet waardoor deze een heldere roze-roodachtige kleur krijgen. Het wordt meestal gegarneerd met een beetje ingemaakte augurk en een rolmops. Het schijnt dat de Duitse versie van het gerecht uitzonderlijk goed is, dus als je ooit in Noord-Duitsland bent, probeer het dan vooral uit.

Lobscouse (Liverpool, Engeland)
En ook de Britten wisten wel raad met dit recept. Het gerecht dat oorspronkelijk werd gemaakt met rundvlees, uien en pepers, geserveerd met scheepsbeschuit, een soort dikke cracker die lang bewaard kon worden – is nog steeds populair pub food.

Dep de runderriblappen droog met keukenpapier en snijd ze in stukken van 1,5 centimeter. Haal de schil van de ui en hak fijn. Maak de bleekselderij schoon en snijd in ringetjes.
Verhit een scheutje olijfolie en een klontje boter in de stoofpan en bak de stukken rundvlees rondom bruin. Neem het vlees uit de pan. (Het kan zijn dat je dit in 2 delen moet doen. Leg de stukken niet op elkaar dan worden ze niet bruin).
Bak de ui en bleekselderij in het bakvet van het vlees 2-3 minuten op laag vuur. Leg het rundvlees terug in de pan, voeg de mosterd toe, steek de laurierblaadjes er tussen en schenk de bouillon erbij. Breng aan de kook en laat 1,5 uur op laag vuur, met het deksel op de pan stoven.
Schil ondertussen de aardappels en snijd ze in stukjes van 2-3 centimeter. Voeg na 1,5 uur stoven de aardappels toe aan de stoof. Stoof het geheel nog 1 uur op laag vuur.
Schenk de witte wijnazijn in een diep bord en roer de suiker er door tot deze is opgelost. Snijd de bietjes in dunne plakjes, leg ze in een diep bord. Laat tot gebruik staan.
Schep het eventueel te veel aan bouillon met een soeplepel uit de pan, het is de bedoeling dat er nog 3-4 eetlepels aan vocht in de pan overblijft. Voeg de gesneden andijvie toe aan de stoofschotel en stamp het vlees, aardappels en andijvie tot een grove stamppot.
Verdeel de labskov over de borden en geef de ingemaakte bietjes erbij. Hak de peterselie fijn en strooi over de stoof.
Tip: Je kunt de stoof van te voren maken (of een restje de volgende dag opwarmen) en de volgende dag opwarmen in de oven. Bedek hem dan met aluminiumfolie en warm hem op 180 graden 25 minuten op.