A: ‘Hi lieverd.’
M: ‘Goedemorgen mam.’
A: ‘Wat ben je aan het doen?’
M: ‘Ik heb net lekker yoghurt met vers fruit en granola voor ontbijt gemaakt. En daar ga ik nu aan beginnen. Zo lekker. En dan ga ik zo sporten.’
A: ‘Klinkt goed, ja. Eet smakelijk, lieverd.’
M: ‘Dank je. En jij, wat ga jij doen vandaag?’
A: ‘Ik was al vroeg een beetje aan het rommelen en raad eens wat?’
M: ‘Wat?
A: ‘Ik heb je babyboek teruggevonden!’
M: ‘Oh, wat goed! Gelukkig maar! Ik vond het zo’n vervelend idee dat je het kwijt was.’
A: ‘Ja, en alles zat er nog in.’
M: ‘Alles?’
A: ‘Ja, je eerste wimpertje, je navelstreng…’
M: ‘He, gatver, mam. Navelstreng! Heb je dat ding nou nog steeds?’
A: ‘Jazeker, al bijna veertig jaar nu. Het is net een ienie-mini mummietje.’
M: ‘Mummietje…. Je begrijpt dat het een beetje vreemd is, hè, dat je dat bewaart?’
A: ‘Ik zou niet weten waarom? Dat is toch heel mooi, dat ik dat stukje verbinding tussen jou en mij nog heb? Ik word daar helemaal warm van.’
M: ‘En ik voel de misselijkheid opkomen.’
A: ‘Nou, Mil, het is helemaal niet gek, hoor.’
M: ‘Niet gek? Noem mij één andere moeder die de navelstreng van haar kind in haar babyboek heeft geplakt? Hoe ben je daar trouwens aan gekomen..?’
A: ‘Ik…’
M: ‘Nee, laat maar…ik wil het niet weten…’
A: ‘En ik denk echt dat er wel meer moeders zijn die… Ik zou het eigenlijk niet weten, maar ik kan het eens vragen op Insta?’
M: ‘Nee, mam, dat soort vragen stel je niet op Insta. Dan denken mensen dat je niet helemaal in orde bent.’
A: ‘Ik begrijp gewoon niet wat je er nou gek aan vindt dat ik jouw navelstreng heb bewaard. En het ruikt ook niet eens…. meer’
M: ‘Genoeg nu. Ik ben aan het eten.’
A: ‘Ok. Rustig maar. Het geboortebandje dat je om had in het ziekenhuis zit er ook nog in.’
M: ‘Zodat ze me niet konden verwisselen met andere baby’s?’
A: ‘Ja, ik denk dat het daar voor was.’
M: ‘Maar weet je zeker dat dat niet gebeurd is?’
A: ‘Wat?’
M: ‘Dat ik niet verwisseld ben?’
A: ‘Het zal toch niet?’
M: ‘Nou mam, ik ben er niet zo zeker van…jij doet zulke rare dingen…’
A: ‘Bedoel je nu die navelstreng? Maar Mil er zijn moeders die vriezen de placenta in. Dat is toch ook niet gek?’
M: ‘Oh. Ga nog even lekker door, ik probeer nog steeds te eten, mam.’
A: ‘En ik las ooit een artikel in Ouders van Nu waarin stond dat sommige vrouwen hun placenta vervolgens opeten door even op te bakken, met knoflook en roerbakgroente, echt waar.’
M: ‘Wil je hier alsjeblieft over op houden…’
A: ‘Sommigen maken er een smoothie van,’
M: ‘Ja klaar! Ik ben misselijk. Ik hoef niet meer te eten. Bedankt mam!’