M: ‘Hi mam, gezellig dat je er weer bent.’
A: ‘Hi lieverd, vind ik ook.’
M: ‘Moeten we het nog ergens over hebben?’
A: ‘Je bedoelt over…Nee, niet nodig. Komt wel een keer.’
M: ‘Vind ik ook.’
A: ‘Je zag er zo goed uit in je gezicht. Ik denk echt dat het door die hormonen komt. Dat maakt een wereld van verschil. Ik wilde er eerst ook niet aan. Dacht dat de overgang iets psychisch was. ‘
M: ‘Ja, jij bent anti-alles-slikken.’
A: ‘Klopt. Maar ik kon door de overgang echt niet meer lopen. Niet eens meer overeind komen uit een stoel. Als ik uit bed kwam was ik net een oude vrouw van negentig. Of moet ik zeggen oudere vrouw van negentig.’
M: ‘Ja, beetje respect graag. Anders komt oma bij je spoken vanavond.’
A: ‘Gezellig. Maar eens. Goed, je weet wat ik bedoel. Je hebt me gezien toen. Hoe krakkemikkig ik was. En nu ben ik als nieuw. Dankzij een hormoontje hier en een hormoontje daar. Dus het werkt wel. Al is het niet voor iedereen gezond. Dat moet je wel goed in de gaten houden.’
M: ‘Ik weet het. Je moet het ook door een arts laten begeleiden.’
A: ‘Ik was vandaag bij de botox voor mijn frons. Daar kon je inmiddels een vrachtwagen in verbergen. En die jongen die mijn spieren lam legt, had een beetje wit op zijn arm. Dus ik vroeg, ben je aan het schilderen?’
M: ‘En?’
A: ‘Nee, hij smeert ook hormonen.’
M: ‘Testosteron?’
A: ‘Ja. Mannen in de penopauze schijnen daar ook zo van op te knappen. Wist ik niet. Wist jij dat?’
M: ‘Nooit over nagedacht.’
A: ‘Anyway. Wat hij ook vertelde, is dat ernstige ziekten door AI toe te passen jaren eerder kunnen worden ontdekt.’
M: ‘Dat is wel positief.’
A: ‘Ja, en ze kunnen je DNA zo bewerken dat je teruggaat in leeftijd. Hij was op een artsencongres waar een man zijn grijze haar zo heeft gemanipuleerd dat het weer blond werd. Of zoiets. Dat zou toch leuk zijn. En er schijnt een ziekte te zijn waar mensen plots opzwellen, dan weer een dikke lip, dan weer een dik gezicht hebben en door het DNA te bewerken, kan dat volledig worden genezen.’
M: ‘Je ratelt weer lekker door, he mam?’
A: ‘Ja.’
M: ‘Zeker, blij dat je er weer bent?’
A: ‘Ja, toch wel. Het was best wel een beetje stil zo zonder dat slappe geklets met jou.’
M: ‘Ik merk het.’
A: ‘Je hebt toch geen spijt, hè?’
M: ‘Nee, natuurlijk niet, gekkie, ik ben dolblij dat je er weer bent.’
A: ‘Als het niet zo is, moet je het ook eerlijk zeggen, hè? Dan hang ik weer op.’
M: ‘Niks ervan. Klets maar lekker door. Ik heb het gemist.’
A: ’Oh fijn. Nou, dan spreken we elkaar snel weer, lieverd.’
M: ‘Ja, gezellig.’
A: ‘Dag schat.’
M: ‘Dag mam.’
A: ‘Dag, mijn lieve kindje.’
M: ‘Dag mam.’
A: ‘Dag, mijn Milliemeisje.’
M: ‘Mam! Dag mam!’
A: ‘Ja. Dag…lieverd, hou van jou.’