M: ‘Hi mam.’
A: ‘Hi lieverd.’
M: ‘Hoe gaat ‘ie vandaag?’
A: ‘Weer een stukje beter. Hoe gaat het met jou? Ben je alweer een beetje opgeknapt.’
M: ‘Jawel. Maar het is een vervelend griepje.’
A: ‘Het duurt wel twee weken, heb ik gelezen.’
M: ‘Ja, maar daar heb ik geen tijd voor. Ik moet door.’
A: ‘Gelukkig is Flip er weer.’
M: ‘Pfft nou! Het is niet te doen, alles in mijn eentje. Toen hij zaterdag thuiskwam, ben ik volledig ingestort. Ik kreeg meteen koorts, heb het hele weekend ziek op bed gelegen.’
A: ‘Je was al ziek. Je kon het alleen niet toelaten. De hele week was je al aan het overgeven.’
M: ‘Ja, dus als het twee weken duurt, ben ik er bijna doorheen.’
A: ‘Ik hoop het. Maar mooi is dat, hѐ? Hoe het werkt. Dat je geest je lichaam zo onder controle heeft, dat het je pas toestaat om ziek te zijn als er ruimte voor is.’
M: ‘Nou, niet altijd. Jij had toch erg weinig onder controle toen je in het ziekenhuis belandde.’
A: ‘Eens. Maar over het algemeen is het wel zo. Weet je dat ik me niet één keer kan herinneren, dat mijn moeder ziek is geweest? Ziek als in griep of zo. Niet één keer.’
M: ‘Daar was bij oma natuurlijk ook geen ruimte voor. Vier kinderen, een huishouden, een vent waar ze jullie tegen moest beschermen. Ziek zijn was geen optie. Zij kon niet verzwakken.’
A: ‘De oerkracht van moederliefde.’
M: ‘Ze was het hele weekend dat ik ziek was bij me. In mijn dromen. Dat was zo fijn.’
A: ‘Oh, echt? Bij mij ook! Ik droomde dat ze even voor mij terug was gekomen. Ik kon haar omhelzen en voelen.’
M: ‘Ze maakte kippensoep voor me.’
A: ‘Zoals ze altijd deed als we ziek waren.’
M: ‘Haar kippensoep. En ze legde koude washandjes op mijn hoofd en wachtte tot de koorts zou breken. Ik voelde haar warmte. Het maakte het ziek zijn minder erg.’
A: ‘Hoe kan het dat wij allebei over haar dromen net op het moment dat we ziek zijn?’
M: ‘Tja. Sommigen zullen zeggen dat het toeval is.’
A: ‘Wat is toeval? Toeval is een gebeurtenis zonder bekende oorzaak. Maar dat wij niet alle oorzaken kennen, wil niet zeggen dat er geen oorzaak is. Er zijn ook wetenschappers die zeggen dat toeval niet bestaat, omdat als alle omstandigheden exact maar dan ook echt exact hetzelfde zijn, hetzelfde ‘toeval’ weer gebeurt. Er zijn ook mensen die zeggen dat toeval de onvoorspelbaarheid van ons bestaan is als je de routines van het leven loslaat. En routines loslaten moet wel, als je ziek bent.’
M: ‘Het zal wel, mam. Iedereen mag er zijn eigen theorie op los laten. Voor mij is het geen toeval. Voor mij is het oma’s moederlijke oerkracht die bij ons was. Het was haar liefde die voor ons zorgde, zoals ze haar hele leven heeft gedaan. En ik had het niet willen missen. Ze was bij me en heeft mij weer beter gemaakt.’
A: ‘Amen.’