M: ‘Hoe gaat het met je mini-moestuin-project?’
A: ‘Matig. Heel matig. Eén boon is uitgegroeid tot plant. De rest van de potjes aarde doen niks, behalve stinken naar grondwater en het groeien van schimmel. Misschien moet ik nog even geduld hebben.’
M: ‘Maar het stinkt naar grondwater, zeg je. Dan heb je iets niet goed gedaan, toch?’
A: ‘Dat denk ik ook. Maar ja, ik wil nog niet opgeven en ik vind die schimmels best interessant. Weet je dat schimmel het plastic van de toekomst is? En dat er een schimmel is die hardnekkig plastic afbreekt?’
M: ‘Mooi, geweldig in de strijd tegen de plastic soep. Maar het is geen groente die je wilde kweken. Het is schimmel, mam. Mensen gooien schimmels weg, omdat ze alles beschimmelen. De gemiddelde mens vindt dat niet fris. Dus, ik weet niet…’
A: ‘Tja, ik weet het ook nog niet. Misschien toch maar weggooien. Ik kijk morgen wel. Ik laat het nu nog even staan.’
M: ‘Wat jij wil. Als jij daar blij van wordt, moet je dat vooral doen.’
A: ‘Nou blij?! Blij was ik geweest als er een begin van een maiskolf of een aardappel tevoorschijn was gekomen, maar ja… Die stank. Ik kan het beter buiten zetten.’
M: ‘Buiten zetten? Had je het gewoon binnen staan dan?’
A: ‘Ja, wat dacht jij dan?’
M: ‘Nou, gewoon, buiten.’
A: ‘Nee, dat is zo koud en nat.’
M: ‘Mam, ik wil niet lullig doen, maar ik denk niet dat dit wat gaat worden.’
A: ‘Nee, daar ben ik ook bang voor. Jammer. Ik vond het wel een mooi principe. Het recyclen van voedselresten. En het leek zo makkelijk.’
M: ‘Alles op Insta lijkt makkelijk. Wat dagen, weken, maanden duurt, wordt in een paar seconden gepropt. Dat vertekent je beeld een beetje. Maar goed, dat weet je nu. Het is ook nieuw voor je. Hoe lang zit je nu op Instagram? Vier weken?’
A: ‘Ja, zoiets.’
M: ‘Ik denk dat je beter een nieuwe hobby kan zoeken.’
A: ‘Ik was eerlijk gezegd al aan iets nieuws begonnen. Dat kweken ging me te langzaam. Het is wachten, wachten, wachten, tot er iets groens verschijnt. Dus in de tussentijd kon ik makkelijk een andere hobby beginnen.’
M: ‘Wat ben je gaan doen dan?’
A: ‘Ik recycle nu oude meubels.’
M: ‘Oh? Leuk! Hoe dan?’
A: ‘Er is hier in de buurt een chique buurt en daar is het eens per week grofvuil ophaaldag. Ik heb er al verschillende kastjes weggehaald. Daar stel ik dan een nieuw meubel uit samen. Dat doet een vrouw op Instagram ook. Heel leuk.’
M: ‘Mmh, en dat lukt jou?’
A: ‘Nou, de deurtjes passen niet helemaal. En het blad ook nog niet maar daar vind ik wel een nieuwe voor.’
M: ‘Laat eens zien waar je mee bezig bent dan?’
A: ‘Ik laat het je wel zien als het af is.’
M: ‘Ach, laat nou even zien!’
A: ‘Nee, als het af is mag je het zien!’
M: ‘Het zag er op Insta zeker een stuk makkelijker uit dan in werkelijkheid?’
A: ‘Een beetje wel ja.’
M: ‘Mag ik je een advies geven? Zet allebei je Insta-hobby’s bij het grofvuil in die chique buurt en ga weer een boek schrijven.’
A: ‘Mmm, misschien kan ik dat beter doen.’