t
A: ‘Hi lieverd. Moet je zien wat mooi. Knalroze knoppen.’
M: ‘Zeker! Het is een perzik.’
A: ‘Goed te weten. Ik vond ‘m in de winter bij het tuinafval. En nu is hij prachtig.’
M: ‘Heel mooi!’
A: ‘Ja. Geeft echt een lente gevoel. Hoe gaat het met Bo’s oor?’
M: ‘Beter. Maar het blijft terugkomen.’
A: ‘Jij had vroeger ook altijd oorontstekingen. De één na de ander.’
M: ‘Ik weet het. Ik deed een eeuwigheid over mijn zwemdiploma’s, want op de dag dat ik moest afzwemmen was ik weer ziek.’
A: ‘Zie je dat een hond altijd op zijn baasje gaat lijken?’
M: ‘Heel grappig, mam. Geef mij maar de schuld. Weet je nog hoe ellendig die oorontstekingen waren?’
A: ‘Zeker. Ik zeg toch ook niet dat het jouw schuld is. Ik zeg alleen dat een hond op zijn baasje gaat lijken.’
M: ‘Oh, ga nog even lekker door, grappenmaker.’
A: ‘Nee serieus, het was echt heel vervelend. En dat zwemmen! Je vond het vreselijk iedere keer naar dat koude zwembad. En dan die hele strakke badmuts die ik over je hoofd moest trekken, zodat je oren goed bedekt bleven. Een ramp met dat bos haar van je.’
M: ‘Je trok mijn haar bijna van mijn hoofd. Dat deed echt pijn! En het hielp niet eens. Het water kwam gewoon in mijn oor. Ik heb er nog een trauma van.’
A: ‘Ja, nou, ja, dat was me geadviseerd. Ik wist ook niet beter. We hebben nog wel eens oordopjes geprobeerd maar dat was ook geen succes.’
M: ‘Ik zeg toch ook niet dat het jouw schuld is? Maar ik heb er wel een trauma van.’
A: ‘Tjonge, jonge, drama queen. Dat komt echt rot bij me binnen, hoor. Als je zegt dat ik je een trauma heb bezorgd.’
M: ‘Rustig maar, ik zit je te stangen. Al trok je wel heel hard aan mijn haar…’
A: ‘Hou op daarmee.’
M: ‘Ha, ha, ha! Volgens mij ben jij degene die een trauma aan de zwemles heeft overgehouden.’
A: ‘Nou, iedere keer dat gevecht om die badmuts over je hoofd te krijgen, vond ik echt heel naar. Ik was blij toen je van die oorontstekingen af was.’
M: ‘Door die buisjes.’
A: ‘En doordat je amandelen eruit waren gehaald. Die waren helemaal ontstoken.’
M: ‘Mocht ik de hele dag ijsjes eten.’
A: ‘Je was na die operatie gelijk een heel ander kind. Alsof je wakker geworden was. Heel apart. Ik vond het wel eng, hoor. Je moest onder narcose.’
M: ‘Heeft een hond eigenlijk amandelen? Wacht ik google. Ja, verhip. Een hond heeft ook keelamandelen. Hey, een symptoom voor ontstoken amandelen is hoofdschudden. Dat doet Bo ook. Misschien heeft ze geen ontstoken oor maar ontstoken keelamandelen?’
A: ‘Je loopt toch bij de dierenarts? Die had dat dan toch wel gezien?’
M: ‘Weet ik niet. Misschien heeft ze daar niet aan gedacht. Ik ga zo toch even vragen.’
A: ‘Dat zou ik maar doen. Een hond gaat toch op zijn baasje lijken.’
M: ‘Grappig, pas jij nou maar op.’
A: ‘Waarop?’
M: ‘Dat je mij niet opnieuw een trauma bezorgd.’
A: ‘Ha, ha, ha. Love you.’
M: ‘Love you more.’