A: ‘Wat leuk zeg. Wie heeft dat bedacht?’
M: ‘Oh hi, mam. Wat? Wie?’
A: ‘De entree van je festival. Ik kijk net Chateau Meiland terug en ik zie dat je een enorme poort neer gaat zetten op het festival. Wat leuk! Stuur me die foto eens die je daar liet zien.’
M: ‘Komt ie.’
A: ‘Ja, echt prachtig.’
M: ‘Goed, hè? Het zijn mijn eigen lippen. Die zijn nagemaakt.
A: ‘Je eigen lippen? ‘Kind, wat enig!’, zouden de Meilandjes zeggen. Ik vind het echt zo’n leuk idee. Hoe kom je erop?’
M: ‘Nou, het leek me in eerste instantie leuk dat mensen tussen mijn benen door liepen.’
A: ‘Tussen je benen door? Wat bedoel je met tussen je benen door? Met je benen in de lucht…Mil dat kan toch niet!’
M: ‘Nee, mam. Wat denk je nou? Natuurlijk niet! Niet met mijn voeten in de lucht maar met mijn voeten op de grond.’
A: ‘Oh gelukkig. Ik dacht al…dat kan toch niet met kleine kinderen?!’
M: ‘Er komen sowieso geen kleine kinderen. Het is een feest voor volwassenen. Ik wil dat iedereen die komt, de dagelijkse sleur even achter zich kan laten.’
A: ‘Mooi streven.’
M: ‘Ja, toch? Wie wil er nou niet weer eens ongestoord opgaan in de muziek. Rustig eten, zonder gedoe van kids of wie dan ook. Ongegeneerd dansen. Niet denken aan werk. Gewoon even een moment voor jezelf. Je batterij opladen. ’
A: ‘Alles even loslaten.’
M: ‘Al is het maar voor één dag. Dan sta je daarna weer fris tegenover de wereld om je heen.’
A: ‘Klinkt als een verademing.’
M: ‘Of niet?’
A: ‘Zeker. We zitten allemaal wel vast in patronen waar we wel eens uit willen breken.’
M: ‘We zitten zeker allemaal vast in patronen… Shit, sorry mam.’
A: ‘Maakt niet uit, lieverd.’
M: ‘Kon je maar komen.’
A: ‘Hoeft niet. Ik ben supertrots dat het je gelukt is.’
M: ‘Daarom heb ik ook niet alles met je gedeeld, denk ik. Over de entree enzo…’
A: ‘Doe niet zo gek. Ik vind het alleen maar fantastisch wat je doet.’
M: ‘Liefst heb ik je erbij…’
A: ‘Dat komt wel een keer. Het goede overwint het kwade altijd. Al lijkt het vaak niet zo en duurt het soms wel heel erg lang. Hahaha.’
M: ‘Te lang.’
A: ‘Tja. ….ander onderwerp. Weet je dat één keer per week dansen al heel veel doet voor een mens? Dat het een hele positieve invloed heeft op je fysieke en je mentale gezondheid?’
M: ‘Misschien moet het volgende project dan maar een discotheek zijn, bedoel je?’
A: ‘Je weet, jij bent net zoals de Meilandjes. Die gaan ook van project naar project.’
M: ‘Ik ga van het verwezenlijken van de ene droom naar de volgende droom.’
A: ‘Komt op hetzelfde neer.’
M: ‘Een beetje wel. Maar een discotheek is net te veel dans en véél te weinig eten voor mij. Maar wat vaker per jaar een foodfestival…? Hmm…’
